Wat doet een diergedragstherapeut?

Veel mensen hebben weleens wat opgevangen over gedragstherapie voor dieren, maar nog niet iedereen weet wat het precies inhoudt. Dit artikel geeft een inkijkje in het werk van een diergedragstherapeut.

Ongewenst gedrag

Iedereen met een huisdier zal weleens een keer ongewenst gedrag hebben ervaren. Een hond die aan de lijn trekt, een kat die aan de bank krabt of een konijn die iets sloopt. Vaak wordt het gedrag voor lief genomen, vinden we het erbij horen. Ongewenst gedrag kan echter ook problematisch worden. Stel je kunt je hond niet langer dan een kwartier alleen laten, of je staat iedere dag de plas van je kat op te ruimen. Als huisdiereigenaar kun je echt last hebben van probleemgedrag en daardoor ook het plezier in je huisdier verliezen.

Reden voor afstand

Gedragsproblemen leiden dan ook regelmatig tot afstand van het dier. Dieren worden afgestaan via Marktplaats of speciale websites zoals Verhuisdieren.nl, of worden aan een asiel afgestaan. Dat is jammer want de meeste gedragsproblemen zijn te verhelpen, of te verminderen waardoor de situatie weer leefbaar wordt. Er wordt door huisdiereigenaren ook vaak advies op internet gezocht met het risico op verergering van het probleem of op een miskoop van allerlei hulpmiddelen. Zowel de eigenaar als het dier zijn dus gebaat bij een professioneel advies.

Eerst naar de dierenarts

Een huisdiereigenaar die een gedragsprobleem ervaart, kan het beste eerst naar de dierenarts verwezen worden. Het probleemgedrag kan namelijk een medische oorzaak hebben. Een kat die in huis plast kan bijvoorbeeld blaasgruis hebben, een hond die agressie vertoont kan pijn hebben en een konijn die zich overmatig wast kan jeuk hebben. Daarom is het belangrijk dat een dierenarts eerst mogelijke medische oorzaken van het gedrag uitsluit en indien nodig behandelt. Blijkt het dier gezond dan kan de diergedragstherapeut helpen.

Gedragstherapietraject

Een gedragstherapeut gaat met de eigenaar op zoek in welke situaties het dier ongewenst gedrag laat zien en wat de oorzaak daarvan is. Dit vereist een uitgebreid intakegesprek en een observatie van het dier en zijn leefomgeving, bij elkaar een consult van zo’n 1,5 uur. Vooraf krijgt een eigenaar een vragenlijst om in te vullen en enkele observatieopdrachten, bijvoorbeeld om de lichaamstaal van het dier te observeren tijdens het ongewenste gedrag. Een gedragstherapeut zal een eigenaar ook altijd vragen om video’s te maken van het probleemgedrag, indien dat uiteraard mogelijk is. Op basis van alle informatie maakt de gedragstherapeut uiteindelijk een gedragsanalyse en een therapieplan. Ook overlegt hij indien nodig met de dierenarts en coacht hij de klant een aantal maanden bij de uitvoering van de adviezen.

Een professioneel vak

De titel gedragstherapeut is niet beschermd. In principe mag iedereen zich zo noemen. Daarom is het belangrijk te weten of een diergedragstherapeut gediplomeerd is, en of een gedragstherapeut ervaring heeft en bijscholing volgt. Zowel de Stichting Platform Professionele Diergedragsdeskundigen (SPPD) als Certipet en Tinley Gedragstherapie voor Dieren waarborgen de professionaliteit en deskundigheid van de bij hun aangesloten gedragstherapeuten. Deze therapeuten worden ook vergoed door dierverzekeraars.

Dit artikel verscheen in het vakblad van Dibevo.

Loading

Vuurwerkangst bij katten

vuurwerkangst bij katten

Voor het vakblad van Dibevo schreef ik een artikel over vuurwerkangst bij katten. Dierenspeciaalzaken kunnen met deze informatie katteneigenaren beter adviseren.

Verschillende oorzaken kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling van vuurwerkangst. Een dier kan van nature sneller angstig zijn door een erfelijke basis. Angstige ouderdieren kunnen hun angstgenen meegeven aan nakomelingen. Bij deze gevoelige dieren kun je met training wel vooruitgang boeken, maar helemaal oplossen wordt moeilijker. Een beperkte socialisatie is ook een belangrijke oorzaak voor angstproblemen. Als kittens in de gevoelige periode niet gewend zijn aan allerlei geluiden ontwikkelen ze sneller vuurwerkangst.

Naast een erfelijke basis en beperkte socialisatie spelen leerervaringen een grote rol in de ontwikkeling van angst. Hiermee wordt bedoeld dat schrikervaringen met harde knallen het probleem kunnen verergeren. Een kat kan ook door één slechte ervaring plots panisch worden voor harde geluiden. In dat geval spreken we van een traumatische ervaring. Als laatste kan een kat gevoeliger zijn voor prikkels als hij pijn of stress ervaart of ziek is. Wanneer bekend is welke factoren een rol spelen in de vuurwerkangst, kan de behandeling beter op de kat afgestemd worden.

Vuurwerktraining

Naast inzicht in de oorzaken van de angst, is het ook belangrijk om te kijken naar de mate van angst. Angst is er in gradaties. Er is sprake van angst wanneer een kat zijn lichaamshouding verlaagt bij het horen van een knal, vaak is er ook vluchtgedrag en/of verstopgedrag te zien. Wanneer de kat binnen een aantal minuten na de knal herstelt en in december nog steeds naar buiten wil, is er sprake van matige angst. Een eigenaar kan in dat geval prima zelf aan de slag met algemene trainingsadviezen en milde angst- en stressverlagende middelen.

Wanneer een kat al weken voor de jaarwisseling niet meer mee naar buiten wil, zijn schrikreacties uitbreidt naar allerlei knalgeluiden en na de knallen langdurig schrikkerig en alert blijft, is de angst heviger en heeft het probleem meer impact op het leven van de kat. Deze katten en hun eigenaren zijn gebaat bij een doorverwijzing naar een gedragstherapeut voor een advies op maat en ondersteunende middelen in overleg met een dierenarts.

Klik hier voor het gehele artikel.

Loading

Katten binnenhouden?

Sinds een aantal jaar heerst er een felle discussie over het al dan niet binnenhouden van katten. Voor- en tegenstanders vliegen elkaar hierbij soms zo heftig in de haren dat topics op sociale media gesloten worden. Maar wat is nu in het belang van de kat; wel of niet naar buiten?

Binnenkatten

Allereerst is het belangrijk te realiseren dat een ‘binnenkat’ geen apart ras is dat zich na zorgvuldige fokselectie heeft aangepast aan een leven binnenshuis. Zogenaamde ‘binnenkatten’ zijn katten die binnen worden gehouden en niet naar buiten kunnen of mogen. En dat dient helaas niet altijd het welzijn van de kat en kan ook tot gedragsproblemen leiden.

Het natuurlijke leefgebied van een kat kan variëren, maar is vaak vele malen groter dan een gemiddelde woning. Buiten kan een kat zijn natuurlijke gedrag uitoefenen zoals jagen, klimmen en exploreren. Ook wordt hij voortdurend blootgesteld aan allerlei uitdagingen, nieuwe prikkels zoals wapperende blaadjes, regen en sneeuw of fladderende insecten. Een binnenomgeving is bijna altijd hetzelfde, verveling ligt dus snel op de loer met als gevolg frustratie, sloopgedrag, agressie en overmatig aandacht vragen.

Het buitenleven

Aan het  buitenleven kleven echter ook nadelen en dat zijn niet alleen de risico’s die de kat zelf loopt, zoals verwondingen, vergiftigingen, ziektes en aanrijdingen. Katten hebben namelijk ook een impact op de fauna; ongeacht hun hongergevoel, doden ze knaagdieren en vogels. Ze kunnen ook overlast en burenruzies veroorzaken, niet alleen omdat ze hun behoeften doen in andermans tuinen, maar ook omdat ze soms andere katten of honden aanvallen. En dan is er nog het risico op vermissing. Ze kunnen van iets schrikken, weggejaagd worden of verdwalen. Ook zijn er kattenhaters die katten vangen en kilometers verderop weer uitzetten. Niet weten wat er met je kat gebeurd is, zorgt voor veel zorgen en verdriet bij eigenaren.

katten binnenhouden

Het beste van beide

Misschien is een kat (en eigenaar) wel het beste af in een omgeving waarin de kat naar buiten kan, maar waar hij tegelijkertijd geen gevaar loopt of overlast kan veroorzaken. In de praktijk komt dit neer op het afzetten van de tuin en daar zijn gelukkig ook steeds meer systemen voor te koop, denk aan ronddraaiende palen of profielen op een schutting zodat een kat geen grip heeft. Een kattenluik in de tuindeur zou het kattengeluk helemaal afmaken; de kat heeft dan zelf de mogelijkheid om naar buiten te gaan en is niet afhankelijk van de eigenaar.  

En als er geen tuin is?

Maat wat als er geen tuin is? Is een kat altijd slecht af op een appartement of bovenwoning? Niet per se, want er zijn natuurlijk ook individuele verschillen; de ene kat past zich beter aan een binnenomgeving aan dan een ander. Ook is er uiteraard een verschil tussen een flat en een huis met drie verdiepingen. Een jonge actieve kat, en zeker een jonge kater, op een appartement of flat is echter bijna altijd een slecht idee.

Katten binnenhouden betekent ook concessies doen. Het is namelijk niet reëel om een kat op een klein appartement van alles te verbieden, zoals in de slaapkamers komen of op tafels springen. Ook vraagt het best veel tijd en inspanning van een eigenaar om een kat bezig te houden. Daarnaast wordt de inrichting er met de noodzakelijke klimbomen en krabpalen niet altijd mooier op. Een kat kun je nu eenmaal niet aanpassen aan de omgeving, maar de omgeving wel aan een kat.

Dit artikel is eerder verschenen in het vakblad van Dibevo.

Loading

Hoe denkt een kat?

Hoe denkt een kat? Wat weten we over de zogenaamde cognitieve vermogens van katten? Cognitie is Latijn voor kennen of weten. Het verwijst naar de processen die betrokken zijn bij het verwerven en verwerken van informatie. Cognitieve functies zijn bijvoorbeeld waarnemen, leren, onthouden, beslissen, redeneren, problemen oplossen en tellen. Hersen- en cognitieonderzoek is helemaal hot, en niet alleen bij mensen. Zo zijn er wereldwijd  verschillende onderzoeksgroepen die onderzoeken hoe honden denken en zijn er in de afgelopen 10 jaar heel veel artikelen over cognitie bij honden gepubliceerd. Onderzoek naar de denkwereld van katten is zeldzamer. Dit artikel geeft een overzicht van wat er tot op heden bekend is over de cognitieve vermogens van katten.hoe denkt een kat 

Leren

Leren doen katten op verschillende manieren maar voornamelijk via conditionering; het leggen van associaties en verbanden. Een kat die met een dichte deur geconfronteerd wordt, kan met zijn poot aan de deur gaan krabben. Als de deur dan opengaat, zal hij een verband leggen tussen zijn gedrag en het resultaat daarvan. Katten leren ook associaties te leggen tussen twee prikkels; zo leren ze dat het openen van de koelkast de komst van voedsel betekent, dat als de deurbel gaat er visite binnenkomt en dat de reismand meestal een bezoek aan de dierenarts voorspelt.

Via conditionering kunnen we katten ook trainen, maar niet alles is aan te leren. Vroege experimenten uit de psychologie laten zien dat katten zich gemakkelijk leren te bevrijden uit puzzelboxen door in een bepaalde volgorde aan koordjes te trekken of op hefboompjes te drukken, maar ze ontdekten niet dat ze uit de box konden komen als de onderzoeker het deurtje opendeed wanneer ze zich krabde of waste. Het associëren van een verzorgingshandeling met een extern praktisch gevolg is blijkbaar onnatuurlijk voor katten.

Ander onderzoek laat zien dat bepaalde associaties ook niet te herconditioneren zijn. Voor katten is dat bijvoorbeeld de associatie tussen hoge geluiden en prooidieren. In het betreffende onderzoek waarin zowel ratten als katten getest werden, verscheen er voedsel aan het ene eind van een gang op het moment dat er aan de andere kant van de gang een hoog geluid klonk. De dieren moesten snel van de luidspreker naar de voedselautomaat rennen, anders verdween het voedsel. Ratten leerden dat snel en feilloos. Katten renden bijna allemaal op het geluid af in plaats van naar het eten. Zelfs als ze het na lang oefenen door hadden, keken ze toch nog even waar het geluid vandaan kwam voordat ze naar het voedsel liepen. Voor katten zijn hoge geluiden blijkbaar te belangrijk om te negeren omdat het kan betekenen dat er voedsel te vinden is.

Objectpermanentie

Kinderen maken verschillende fases door in het begrijpen van de wereld. Objectpermanentie, het cognitieve vermogen om te snappen dat iets dat uit het zicht is nog steeds bestaat, wordt beschouwd als een belangrijke mijlpaal voor kinderen. Een methode om objectpermanentie te testen is de ‘zichtbare verplaatsingtest’ waarbij men een aantrekkelijk object achter een obstakel laat verdwijnen. Onderzoek bij katten toont aan dat ze begrijpen dat het object nog bestaat aangezien ze achter de hindernis gaan zoeken.

Een andere test om objectpermanentie mee aan te tonen is de ‘onzichtbare verplaatsingtest’. In deze test wordt het aantrekkelijke object in een doos gedaan en achter een obstakel zoals een scherm geplaatst. Daar wordt het object vervolgens uit de doos verwijderd en verborgen achter het scherm. Tenslotte wordt de lege doos getoond. Om te slagen moet een kat kunnen bedenken dat als het object niet meer in de houder zit, het verwijderd moet zijn achter de hindernis en dat daar dus gezocht moet worden. De meeste onderzoeken laten zien dat katten op deze test niet slagen, tenzij er een alternatieve onderzoeksmethode gehanteerd wordt.

Lees hier het volledige artikel dat verscheen op 1 februari 2017 in DIER•EN•ARTS. Een column over dit onderwerp kun je hier lezen.

Loading

Frustratie bij katten

Frustratie bij kaFrustratie bij kattentten kan tot agressie leiden. Een kat kan gefrustreerd raken als hij een bepaald doel voor ogen heeft en hij daarin belemmerd wordt. Of wanneer hij een bepaalde verwachting heeft die niet uitkomt. Als reactie hierop kan hij reageren met agressie richting degene die de frustratie veroorzaakt of op een ander die toevallig in de buurt is. Dit kan naar mensen zijn, maar ook naar andere dieren in huis. Als een kat bijvoorbeeld denkt naar buiten te mogen en je staat dat niet toe, dan kan hij naar je gaan blazen of uithalen. Het lijkt op redirectie-agressie, waarbij er ook sprake is van afreageren, maar bij redirectie-agressie is er echter al opgebouwde spanning over iets aanwezig. Denk bijvoorbeeld aan een kat die spanning opbouwt bij het zien van een andere kat in de tuin en die deze spanning afreageert op zijn huisgenoot die naast hem in de vensterbank zit (of springt). Bij frustratiegerelateerde agressie is de gemoedstoestand van de kat neutraal totdat hij gefrustreerd raakt.

Frustratie bij katten; wat is de oorzaak?

Het vermoeden bestaat dat frustratiegerelateerde agressie vaker voorkomt bij kittens die te vroeg zijn weggehaald bij hun moeder. Deze kittens hebben vaak het speenproces gemist en dat proces zorgt er voor dat een kitten leert om te gaan met frustratie. In het speenproces gaat de moederpoes de kittens de toegang tot de tepels ontzeggen. Een kitten dat melk wil, wordt dus op een gegeven moment door de moeder geweigerd terwijl het daarvoor wel melk kreeg. Hierdoor leert een kitten dat dus niet alles gaat zoals hij verwacht en leert hij om te gaan met frustratie. De meeste bronnen melden dat het speenproces 4 a 5 weken na de geboorte begint en op 7 a 8 weken is voltooid. Echter, niet alle moederpoezen ontzeggen kittens de toegang tot melk, dus niet alle kittens doorlopen automatisch dit speenproces.

Verder lezen, kan in mijn artikel ‘Grrr … het gaat niet zoals ik wil! Katten en frustratiegerelateerde agressie’.

Voor meer informatie over agressie bij katten, zie www.mijnkatisagressief.nl

Loading

Aandachtvragend gedrag

aandachtvragend gedrag

Aandachtvragend gedrag is gedrag  waarvan een kat geleerd heeft dat het succesvol is bij het verkrijgen van een reactie. Veel eigenaren zien aandachtvragend gedrag bij hun kat, maar slechts een klein percentage ziet het gedrag als een probleem. Het gedrag wordt pas problematisch voor een eigenaar als de frequentie of manier van aandacht vragen ongewenst is. Gehoorde noodkreten zijn dan: ‘Mijn kat houdt mij uit mijn slaap. Ik kom niet aan mijn bezigheden toe. Als ik geen aandacht geef, begint hij iets te slopen. Het lijkt alsof het nooit genoeg is. Mijn kat volgt mij overal.’

Hoe uit aandachtvragend gedrag zich?

Miauwen is waarschijnlijk de meest bekende uiting van aandachtvragend gedrag. Katten onderling miauwen nauwelijks, ze communiceren vooral via geuren en lichaamstaal. Het is een vorm van communicatie die naar mensen toe ontwikkeld is. Wij mensen zijn nu eenmalig vocaal ingesteld, wij zijn praters, en reageren meer op een mauw dan op een geurvlag of een omhooggestoken staart. Naast het miauwen zie je gedragingen als voor de voeten lopen, aantikken met een pootje, aan de kleding trekken, springen op ‘verboden’ gebieden, over het bureau of bed lopen, of voor de voeten lopen. Soms worden katten destructief; gooien ze objecten omver of krabben ze aan de meubels om aandacht te vragen.

Katten zijn vaak heel goed in het ontdekken van gedragingen die eigenaren niet kunnen negeren en die altijd ‘werken’, altijd een reactie opleveren, zelfs wanneer de eigenaar met iets anders bezig is. Dit kan een bepaalde mauw zijn die de eigenaar heel vertederend vindt of als de kat mooie spulletjes laat wankelen op een kastje. Aandachtvragend gedrag treedt alleen op als de eigenaar aanwezig is en kan erger worden als eigenaren bezig zijn met iets anders. Katten kunnen meestal goed voorspellen wanneer de aandacht wordt weggenomen, bijvoorbeeld als de telefoon gaat of de tune van het favoriete tv-programma  van de eigenaar te horen is, en starten precies op dat moment hun aandachtvragend gedrag. Aandachtvragend gedrag kan erger worden als een kat geen idee heeft wanneer er aandacht verkrijgbaar is en wanneer niet. Een onzekere uitkomst kan ook tot frustratie leiden, of tot overspronggedrag zoals het plots wassen of krabben van zichzelf.

Lees verder in mijn artikel Mag ik even aandacht?

Loading

Gedragsproblemen bij de kat: vijf misverstanden

gedragsproblemen bij de katKatten zijn erg leuk gezelschap. Soms kunnen ze echter ook vervelend gedrag vertonen, zoals onzindelijkheid of agressie. Over de oorzaken van gedragsproblemen bij de kat bestaan nogal wat misverstanden. Deze leiden niet alleen tot een verkeerde aanpak, maar vaak ook tot het onnodig afstaan van een kat. In dit artikel worden vijf veel voorkomende misverstanden over gedragsproblemen bij katten besproken en worden er tips gegeven.

Misverstand #1 Een onzindelijke kat is een gestreste kat

Onzindelijkheid komt heel veel voor bij katten en de heersende gedachte is dat stress daarin een grote rol speelt. Stress kan urinewegproblemen veroorzaken die op hun beurt tot onzindelijkheid kunnen leiden. Maar als een medische oorzaak door de dierenarts is uitgesloten, is de boosdoener bijna altijd de kattenbak. Katten hebben duidelijke voorkeuren voor het doen van hun behoeften en daar voldoen de meeste kattenbakken niet aan. Vieze bakken, overdekte bakken, te weinig bakken, te kleine bakken, verkeerde vullingen en verkeerde locaties. Allemaal redenen voor een kat om ergens anders zijn behoeften te doen. Als een kat eenmaal de bak gaat mijden, kan hij vervolgens vrij snel leren dat een andere locatie beter aan zijn wensen voldoet. De bank, deurmat of bed zijn niet overdekt, wel schoon, ruim en rustig, en prettig voelend aan de pootjes; prima plekken om er voortaan te plassen of te poepen! Als gevolg van een verkeerd ‘kattenbakmanagement’ ontstaat er dus al snel een geconditioneerde (aangeleerde) onzindelijkheid, een door gedragstherapeuten veelvuldig gestelde diagnose.

Tip: Als uw kat onzindelijk is, laat dan als eerste de urine onderzoeken. Is er geen medische oorzaak, ga dan als eerste aan de slag met de kattenbakken. Op www.mijnkatisonzindelijk.nl vindt u tips voor een goed kattenbakmanagement. Is het probleem dan nog niet opgelost, dan is de onzindelijkheid waarschijnlijk geconditioneerd en kan een gedragstherapeut u helpen de conditionering te doorbreken.

Benieuwd naar de overige 4 misverstanden? Klik hier voor het gehele artikel.

Loading

Slapen als een kat

Slapende Dix

Katten staan bekend om hun slaaptalent. Maar wat is slaap en wat voor functie heeft slaap? Kunnen katten net als mensen dromen? Hoe lang slapen katten? En lijden katten ook aan slaapstoornissen? Lees meer over slaap bij katten in mijn artikel voor het tijdschrift Kattenmanieren.

 

 

Loading

Slaap bij dieren

slaap bij dierenSlaap is fascinerend; we besteden er gemiddeld 8 uur per dag aan, het treedt op bij veel dieren, en toch weten we nog steeds niet wat de functie is. Er bestaan verschillende theorieën over slaap: het zou energie besparen, zorgen voor lichamelijk herstel en van belang zijn bij het reorganiseren van opgedane informatie en het scheppen van geheugenruimte. Tussen diersoorten onderling zijn er ook opvallende verschillen in slaap, zowel in duur als in patroon, en net als bij mensen kunnen dieren aan slaapstoornissen leiden.

Wat is slaap?

Slaap wordt door onderzoekers beschreven in termen van uiterlijk waarneembare gedragscriteria. Het is een toestand van verminderde motoriek en verminderde reactie op omgevingsprikkels, waaruit het organisme – anders dan bij een coma of narcose – gewekt kan worden. Hiervoor wordt een rustige, veilige en liefst comfortabele plek gezocht en een typische lichaamshouding aangenomen. Wat naast deze gedragscriteria ook kenmerkend is voor slaap, is dat het wordt ingehaald als het onmogelijk wordt gemaakt. Na langdurig wakker zijn, wordt de slaap langer en dieper. Dit effect van slaapdeprivatie is zowel bij mensen als andere diersoorten aangetoond, waaronder ratten, katten en dolfijnen. Blijkbaar is er in ieder organisme een soort intern mechanisme aanwezig dat ervoor zorgt dat de slaapdruk wordt opgevoerd naarmate het organisme langer wakker is.

Slaapmetingen

Als de hierboven beschreven gedragscriteria worden gecombineerd met een meting van de elektrische activiteit in de hersenen wordt het zichtbaar dat het brein tijdens de slaap niet op een laag pitje staat maar nog steeds behoorlijk actief is. Bij de overgang van waak naar slaap treedt er op het elektro-encefalogram (EEG) een verandering op van snelle en kleine hersengolven naar trage en grote golfbewegingen. Deze staat wordt de non-REM slaap (NREM-slaap) genoemd. Wanneer de hersenactiviteit vervolgens verandert in een snel patroon dat lijkt op waak en er is tegelijkertijd sprake van snelle oogbewegingen, spreekt men over de ‘rapid eye movements’ slaap (REM-slaap). Deze twee slaapstadia, de REM-slaap en NREM-slaap, zijn in bijna alle zoogdieren aangetoond (2). Bij walvissen en dolfijnen is er bij dergelijke slaapmetingen ook nog een heel bijzonder fenomeen naar voren gekomen, namelijk dat de slaap maar in één hersenhelft tegelijk optreedt. Als de linkerhelft van het brein slaapt dan is het rechteroog dicht en het linkeroog open. Deze slaapspecialisatie is waarschijnlijk een aanpassing aan de omgeving. Om adem te halen moet het dier namelijk zijn blaasgat boven het wateroppervlak brengen en dus constant in beweging blijven.

Lees verder in mijn, in DIER•EN•ARTS gepubliceerde, artikel over slaap bij dieren.

Loading

Straf in de opvoeding

Luke en MuisUit gedragsconsulten blijkt keer op keer dat eigenaren in probleem-situaties snel geneigd zijn hun kat te straffen. Gedragstherapeuten zien gelijkenissen met de opvoeding van kinderen waarbij ouders ook vaak straf gebruiken, ondanks dat het gebruik van straf ter discussie staat. In het artikel Straf in de opvoeding ga ik samen met mijn collega psycholoog en diergedragstherapeut Eline Teygeler dieper in op het fenomeen straf. Het artikel het geeft inzicht in waarom mensen zo snel naar dit middel grijpen, geeft inzicht in een verkeerde toepassing van straf en bespreekt tevens de regels van straffen.

Loading

Gedragsveranderingen bij de oudere kat

De levensverwachting van katten is fors toegenomen, niet alleen dankzij de vooruitgang in de diergeneeskunde maar ook door verbeteringen in de voeding. Helaas komt ouderdom bij katten, net als bij mensen, met gebreken. Als katten ouder worden, kunnen er allerlei gedragsveranderingen optreden die duiden op gezondheidsproblemen. Vaak is een verandering in het gedrag het enige signaal dat er medisch iets niet in orde is. Het is daarom verstandig om het gedrag van de oudere kat goed in de gaten te houden. Lees hier het artikel van mijn en mijn collega gedragstherapeut en dierenarts Nienke Bijvoets over gedragsveranderingen bij de oudere kat.

Loading

Het (a)sociale leven van katten

DSCF0425Er is lang gedacht dat de kat een solitaire diersoort is. Katten jagen namelijk alleen en hun prooi is afgestemd op een eenpersoonsmaaltijd. De meeste wilde katachtigen zijn inderdaad solitair, uitgezonderd de leeuw die in groepen leeft. Inmiddels is echter bekend dat het sociale systeem van onze huiskatten behoorlijk flexibel is en dat ze zowel alleen als in groepen kunnen leven. Ook laten ze verschillende sociale gedragingen zien, waarmee het wijdverspreide idee dat de kat asociaal is, langzaam maar zeker verdwijnt. Lees hier alles over de sociale organisatie, territoria, dominantie en sociaal gedrag bij katten.

Loading

Omgevingsverrijking en het bevorderen van kattenwelzijn

Voedselverrijking (Acitivity board)De omgeving waarin een kat gehuisvest is, speelt een grote rol bij het welzijn van de kat en bij de ontwikkeling van gedragsproblemen. Het is dan ook belangrijk om de omgeving zodanig in te richten dat het welzijn van de kat bevorderd wordt. Het aanpassen van de omgeving ter bevordering van het lichamelijke en psychische welzijn van een in gevangenschap levend dier wordt ook wel omgevingsverrijking genoemd. Lees hier het artikel van mij en mijn collega Nienke Bijvoets over omgevingsverrijking voor katten.

Loading

Kittens scheiden van moeder

kittens scheiden van moederKittens scheiden van moeder en nestgenoten, op welke leeftijd kunnen we dat het beste doen? Het bepalen van de ideale scheidingsleeftijd hangt af van verschillende factoren. De vraag is niet alleen op welke leeftijd het kitten zelfstandig kan eten maar ook wanneer het een goede afweer heeft opgebouwd en voldoende sociale vaardigheden heeft ontwikkeld. Daarnaast is het de vraag op welke leeftijd het aanpassings- en herstelvermogen het grootst is, en of het kitten voldoende gestimuleerd wordt in de omgeving waarin het opgroeit.

In 2010 heb ik samen met dierenartsen en collega gedragstherapeuten een rapport geschreven over het scheiden van kittens van de moeder en nestgenoten. Dit rapport is te vinden op de website van het Platform Verantwoord Huisdierbezit. In het tijdschrift DIER•EN•ARTS heb ik een samenvatting gepubliceerd, deze is hier te lezen.

Loading

Introductie van een nieuwe kat

introductie van een nieuwe katDe introductie van een nieuwe kat kan het beste geleidelijk aangepakt worden. Als katten elkaar niet kennen is het namelijk niet verstandig ze direct bij elkaar te zetten. Katten zijn territoriaal en hebben tijd nodig om aan elkaar te wennen. Een abrupte introductie kan tot een conflict leiden waarbij de eerste kennismaking direct verpest is en zowel de katten als de eigenaar in de stress schieten. Ook kan het de start zijn van een langdurige intolerantie tussen de katten en leiden tot problemen zoals angst, agressie en sproeien. Eerder schreef ik over dit onderwerp een uitgebreid artikel, hieronder kun je enkele passages uit dit artikel lezen.

Een nieuwe kat in huis

Hoe een kat reageert op het toevoegen van een andere kat aan het huishouden hangt af van de genetische achtergrond van de kat, de socialisatie met soortgenoten en latere ervaringen met andere katten. Katten die als kitten geadopteerd zijn en daarna jarenlang als enige kat zijn gehouden, kunnen een gebrek aan sociale vaardigheden hebben en eerder geneigd zijn agressie in te zetten. Toch kan ook de manier van introduceren een oorzaak zijn van de agressie en daaropvolgende langdurige intolerantie. Het is daarom aanbevolen een nieuwkomer op de juiste manier te introduceren. Hierbij is het de bedoeling dat de al aanwezige katten leren wennen aan een nieuw geurprofiel en dat de nieuwkomer zich het nieuwe territorium eigen kan maken zonder dat er agressie kan plaatsvinden. Het doel moet niet zozeer het creëren van vriendschap zijn maar het creëren van tolerantie, hoewel vriendschap natuurlijk mooi meegenomen is.

De introductie voorbereiden

Een goede introductie begint met een goede voorbereiding. Voordat de nieuwe kat komt, is het van belang een aparte kamer voor de nieuwkomer in te richten met een kattenbak, water, voer en een aantal rust- en schuilplaatsen. Ook is het verstandig om van tevoren zowel in de aparte ruimte als in het andere deel van het huis een feromoonverdamper te installeren en deze minimaal vier weken te laten hangen. Een dergelijke verdamper verspreidt kunstmatige feromonen, stoffen die katten zelf ook afscheiden en het gevoel van  bekendheid met de omgeving vergroten. Het is de bedoeling de kat voorlopig apart te houden en hem eerst de gelegenheid geven volledig vertrouwd te raken met de nieuwe omgeving en de eigenaar. Pas op het moment dat de nieuwe kat normaal eet, rust en de eigenaar benadert, kan hij volgens onderstaande stapjes geïntroduceerd worden aan de al aanwezige kat(ten).

Klik hier voor het stappenplan.

Loading

Stress bij katten

stress bij katten

Het heffen van voorpootje = stress

Katten hebben de naam snel gestrest te zijn. Maar wat is stress eigenlijk? Wanneer treedt het op? Hoe herken je stress bij katten en hoe kun je het voorkomen?

Wat is stress?

Stress roept meestal een negatief beeld op. Toch is dat onterecht. Een stressreactie is in feite een normale, natuurlijke reactie van het lichaam die ervoor zorgt dat een kat adequaat kan reageren in bepaalde situaties. Het zogenaamde sympathisch zenuwstelsel wordt geactiveerd waardoor de vecht- of vluchtreactie (‘fight or flight’) in werking treedt.

Hierbij worden hormonen zoals (nor-)adrenaline en cortisol geproduceerd, waardoor de bloeddruk stijgt en de hartslag toeneemt. Ook neemt de longcapaciteit toe en verwijden de bloedvaten naar hersenen, spieren en kransslagader zich. Verder wordt de stollingsfactor in het bloed verhoogd, wat ervoor zorgt dat wondjes zich sneller dichten. Adrenaline en cortisol zorgen tevens voor een toenemende beschikbaarheid van glucose die vervolgens wordt gebruikt als brandstof voor spieren en zenuwcellen. Ook worden suiker- en vetreserves aangesproken als extra brandstof. Daarnaast vernauwen de bloedvaten naar huid, nieren en spijsverteringsorganen zich en komt de spijsvertering bijna helemaal stil te liggen. Kortom het lichaam raakt in staat van paraatheid, klaar voor actie. De stressreactie van het lichaam vergroot dus de overlevingskansen van een kat.

Wanneer treedt stress op?

Stress ontstaat als een prikkel of een gebeurtenis in de omgeving van een kat (tijdelijk) niet voorspelbaar is en/of niet beïnvloedbaar is. Dit kunnen zowel negatieve als positieve prikkels of gebeurtenissen zijn, zoals een confrontatie met een andere kat, de binnenkomst van een vreemde, een aanvangende speelsessie, of het zien van een prooi. Wanneer een prikkel kort aanwezig is, zal de stressreactie afnemen. Als een relevante prikkel echter steeds aanwezig blijft en de omgeving blijft voor de kat gedurende langere tijd onvoorspelbaar en oncontroleerbaar, kan de stressreactie blijven bestaan. Er is dan sprake van chronische stress. Talloze situaties kunnen bij katten chronische stress oproepen, zoals verhuizingen, verbouwingen, veranderingen in de routine, nieuwe gezinsleden of dieren in huis, een inconsequente omgang met de kat, harde geluiden, straf, of teveel katten in de omgeving.

Meer lezen over stress bij katten?

In het artikel Katten en stress. Is een kat een stresskip? van mij en mijn collega kattengedragstherapeut en dierenarts Nienke Bijvoets lees je alles over stress bij katten.

Loading

Katten & spel

Dix met speeltjeWaarom spelen kittens? Hoe herken je of katten onderling spelen of vechten? Hoe voorkom je dat een kat te ruw speelt? En hoe kun je zelf het beste met je kat spelen? Lees het antwoord op deze vragen in dit artikel van mij en mijn collega gedragstherapeut en dierenarts Nienke Bijvoets.

Loading

Kattengedragstherapie?!

kattengedragstherapieGedragstherapie voor dieren is een snel groeiend vakgebied. Het biedt een oplossing voor gedrag dat huisdiereigenaren als een probleem ervaren. Veel mensen hebben weleens gehoord van hondengedragstherapie, maar kattengedragstherapie is nog vrij onbekend. Dat is jammer, want ook bij katten is probleemgedrag prima te verhelpen.

Gedragsproblemen bij katten

Katten zijn enorm in populariteit gestegen, er leven momenteel 3,3 miljoen katten in Nederland. Helaas vertonen veel katten ook probleemgedrag. Vaak gaat het om gedrag dat normaal is voor katten, maar vervelend voor de eigenaar, zoals krabben of sproeien. Of het is abnormaal gedrag, zoals overmatig wassen of staartjagen. Ook is ongewenst gedrag vaak (onbewust en onbedoeld) aangeleerd. Uit een Nederlandse studie blijkt dat 24% van de katteneigenaren problemen ervaart met het gedrag van hun kat. In een Duitse studie onder katteneigenaren wordt bij maar liefst 54,7 % van de katten gedragsproblemen gerapporteerd, waaronder angst, krabben aan meubilair, agressie, onzindelijkheid en sproeien.

Reden voor afstand

Gedragsproblemen kunnen de relatie tussen de eigenaar en de kat verslechteren, maar ook een reden zijn om afstand te doen van de kat. Zo werd in een studie naar de redenen voor het afstaan van katten, bij 28% een gedragsprobleem als reden opgegeven. Bovenaan de lijst stond onzindelijkheid. Voor eigenaren kunnen gedragsproblemen ook een reden zijn om euthanasie van hun huisdier te overwegen. Uit een Amerikaans onderzoek bleek dat maar liefst 18% van de katteneigenaren euthanasie als serieuze optie overwoog bij een gedragsprobleem.

Medische oorzaak uitsluiten

Als er sprake is van probleemgedrag dan kan er een medische oorzaak voor zijn. Een verandering in gedrag is vaak het eerste teken dat een kat zich niet goed voelt. Daarom is het belangrijk dat een dierenarts eerst mogelijke medische oorzaken van het gedrag uitsluit of behandelt. Gedragsproblemen waarbij een medische oorzaak het vaakst meespeelt zijn onzindelijkheid en zich overmatig wassen. Bij onzindelijkheid kan er bijvoorbeeld sprake zijn van een urinewegprobleem en bij overmatig wassen van een allergie. Bij agressie naar mensen of andere katten kan pijn een rol spelen en geïrriteerdheid en overactiviteit bij oudere katten kan veroorzaakt worden door een te snel werkende schildklier.

Meer lezen over kattengedragstherapie?

In het artikel Gedragstherapie voor katten?! van mij en mijn collega Nienke Bijvoets, kattengedragstherapeut en dierenarts, leest u alles over kattengedragstherapie.

Loading

Vriendelijkheid bij katten

Dix en JipAls we katten als huisdieren willen houden, zijn eigenschappen als vriendelijkheid, gehechtheid en sociaal gedrag ten opzichte van mensen zeer gewenst. De vraag is hoe deze eigenschappen ontstaan en waar toekomstige katteneigenaren rekening mee moeten houden bij de keuze van een kat. Lees hier mijn artikel over vriendelijkheid bij katten.

Loading