Hoe denkt een kat? Wat weten we over de zogenaamde cognitieve vermogens van katten? Cognitie is Latijn voor kennen of weten. Het verwijst naar de processen die betrokken zijn bij het verwerven en verwerken van informatie. Cognitieve functies zijn bijvoorbeeld waarnemen, leren, onthouden, beslissen, redeneren, problemen oplossen en tellen. Hersen- en cognitieonderzoek is helemaal hot, en niet alleen bij mensen. Zo zijn er wereldwijd verschillende onderzoeksgroepen die onderzoeken hoe honden denken en zijn er in de afgelopen 10 jaar heel veel artikelen over cognitie bij honden gepubliceerd. Onderzoek naar de denkwereld van katten is zeldzamer. Dit artikel geeft een overzicht van wat er tot op heden bekend is over de cognitieve vermogens van katten.
Leren
Leren doen katten op verschillende manieren maar voornamelijk via conditionering; het leggen van associaties en verbanden. Een kat die met een dichte deur geconfronteerd wordt, kan met zijn poot aan de deur gaan krabben. Als de deur dan opengaat, zal hij een verband leggen tussen zijn gedrag en het resultaat daarvan. Katten leren ook associaties te leggen tussen twee prikkels; zo leren ze dat het openen van de koelkast de komst van voedsel betekent, dat als de deurbel gaat er visite binnenkomt en dat de reismand meestal een bezoek aan de dierenarts voorspelt.
Via conditionering kunnen we katten ook trainen, maar niet alles is aan te leren. Vroege experimenten uit de psychologie laten zien dat katten zich gemakkelijk leren te bevrijden uit puzzelboxen door in een bepaalde volgorde aan koordjes te trekken of op hefboompjes te drukken, maar ze ontdekten niet dat ze uit de box konden komen als de onderzoeker het deurtje opendeed wanneer ze zich krabde of waste. Het associëren van een verzorgingshandeling met een extern praktisch gevolg is blijkbaar onnatuurlijk voor katten.
Ander onderzoek laat zien dat bepaalde associaties ook niet te herconditioneren zijn. Voor katten is dat bijvoorbeeld de associatie tussen hoge geluiden en prooidieren. In het betreffende onderzoek waarin zowel ratten als katten getest werden, verscheen er voedsel aan het ene eind van een gang op het moment dat er aan de andere kant van de gang een hoog geluid klonk. De dieren moesten snel van de luidspreker naar de voedselautomaat rennen, anders verdween het voedsel. Ratten leerden dat snel en feilloos. Katten renden bijna allemaal op het geluid af in plaats van naar het eten. Zelfs als ze het na lang oefenen door hadden, keken ze toch nog even waar het geluid vandaan kwam voordat ze naar het voedsel liepen. Voor katten zijn hoge geluiden blijkbaar te belangrijk om te negeren omdat het kan betekenen dat er voedsel te vinden is.
Objectpermanentie
Kinderen maken verschillende fases door in het begrijpen van de wereld. Objectpermanentie, het cognitieve vermogen om te snappen dat iets dat uit het zicht is nog steeds bestaat, wordt beschouwd als een belangrijke mijlpaal voor kinderen. Een methode om objectpermanentie te testen is de ‘zichtbare verplaatsingtest’ waarbij men een aantrekkelijk object achter een obstakel laat verdwijnen. Onderzoek bij katten toont aan dat ze begrijpen dat het object nog bestaat aangezien ze achter de hindernis gaan zoeken.
Een andere test om objectpermanentie mee aan te tonen is de ‘onzichtbare verplaatsingtest’. In deze test wordt het aantrekkelijke object in een doos gedaan en achter een obstakel zoals een scherm geplaatst. Daar wordt het object vervolgens uit de doos verwijderd en verborgen achter het scherm. Tenslotte wordt de lege doos getoond. Om te slagen moet een kat kunnen bedenken dat als het object niet meer in de houder zit, het verwijderd moet zijn achter de hindernis en dat daar dus gezocht moet worden. De meeste onderzoeken laten zien dat katten op deze test niet slagen, tenzij er een alternatieve onderzoeksmethode gehanteerd wordt.
Lees hier het volledige artikel dat verscheen op 1 februari 2017 in DIER•EN•ARTS. Een column over dit onderwerp kun je hier lezen.