Samen met mijn collega’s van Tinley Gedragstherapie voor Dieren schijf ik voor het maandblad Ditjes & Datjes. Dit keer gaat het over het wel of niet een tweede kat erbij nemen en geef ik 3 tips.
Veel mensen vragen zich af of hun kat een vriendje nodig heeft. Dit is niet gemakkelijk te beantwoorden omdat het per kat verschilt. De socialisatie met soortgenoten speelt hierbij een belangrijke rol. Een volwassen kat die bijvoorbeeld als kitten maar 8 weken samen is geweest met moeder en nestgenootjes en daarna jarenlang als enige kat heeft geleefd, kan angstig en agressief reageren op een soortgenoot. Zo’n kat heeft niet goed geleerd om te gaan met andere katten en kan het beste alleen blijven.
Een kitten zal in veel gevallen juist blij zijn met een soortgenootje. Die wil spelen en heeft dit spel ook nodig om zich goed te ontwikkelen. Als u aan een kitten begint, is het dus aan te raden er twee tegelijk te nemen. Kittens uit hetzelfde nest maken de meeste kans op levenslange vriendschap, maar kittens uit twee verschillende nesten is een goed alternatief. Een oudere kat en een kitten is geen goed idee. Oudere katten hebben minder behoefte om te spelen en kunnen gestrest raken van een kitten wat hen continu benadert voor spel.
Twee kittens tegelijk nemen, is zeker belangrijk als ze binnen moeten blijven. Katten die ook naar buiten mogen, kunnen jagen, klimmen en de omgeving verkennen, ze zijn dus niet snel verveeld. Ook kunnen ze buiten het gezelschap opzoeken van andere, vriendelijke katten, als ze willen. Een kat die binnen wordt gehouden, heeft vaak onvoldoende bezigheden en kan dus erg gebaat zijn bij een kameraadje.
Gesocialiseerd of niet? 
Neem er geen tweede kat bij als uw kat niet goed gesocialiseerd is met soortgenoten. Probeer te achterhalen of hij minimaal 3 maanden contact heeft gehad met zijn moeder en nestgenoten of met andere sociale katten. Als dat onbekend is, kijk dan hoe hij reageert als hij bijvoorbeeld buiten een kat ziet lopen. Is dat agressief, dan is er een kans dat hij niet goed gesocialiseerd is met katten (of een sterke territoriumdrift heeft) en niet zit te wachten op een soortgenoot.
Voorzichtig introduceren
Introduceer een nieuwe kat altijd voorzichtig. Richt een aparte kamer in met een kattenbak, water, voer en een aantal verstopplekken en laat de nieuwkomer eerst wennen aan de nieuwe omgeving. Pas op het moment dat de nieuwe kat ontspannen in zijn kamer rondloopt, kan hij geïntroduceerd worden aan de al aanwezige kat. Op www.mijnkatisagressief.nl vindt u bij de praktische tips een stappenplan dat u kunt volgen om de katten geleidelijk aan elkaar te laten wennen.
Niet laten vechten
Zijn er onderlinge problemen tussen uw kat en de nieuwkomer? Laat de katten niet vechten, maar grijp in en scheid ze van elkaar. Het kan zijn dat de introductie meer tijd kost. Twijfelt u of de katten spelen of vechten? Let dan op wat u ziet en hoort. Spelende katten houden hun nagels ingetrokken, bijten niet door en maken geen geluid, dus blazen, grommen en krijsen niet. Daarnaast wisselen spelende katten van rol en rennen ze elkaar om beurten achterna.

Geef je kat allereerst de mogelijkheid om dagelijks alle ruimtes in huis te verkennen. Heb je een balkon? Installeer dan een kattenluik in de balkondeur. Misschien kun je een kattentrappetje maken naar een (veilige) binnentuin? Dit kan zelfs vanaf 4 hoog, zie bijvoorbeeld mijn Pinterestpagina
Hoe denken katten? Wat gaat er om in het hoofd van de kat? Onderzoek naar cognitieve functies zoals waarnemen, leren, onthouden, beslissen, redeneren, problemen oplossen en tellen is helemaal hot, en niet alleen bij mensen. Zo zijn er wereldwijd verschillende onderzoeksgroepen die onderzoeken hoe dieren denken en zijn er in de afgelopen 10 jaar heel veel artikelen over cognitie bij honden gepubliceerd. Onderzoek naar de denkwereld van katten is helaas zeldzamer.

Tip 1 Blaasontsteking of –gruis
Heb je ook een kat die je wakker houdt? Die ’s nachts over je heen loopt, je voeten aanvalt, je wakker miauwt of aan de slaapkamerdeur krabt? Er wordt vaak gedacht dat een kat eenzelfde slaappatroon heeft als mensen. Maar
Een gezonde kat die onbeperkt brokjes heeft staan zal geen honger hebben. Hij kan eten wanneer hij wil en hoeft er niet om te zeuren. Meerdere keren een klein beetje eten past ook beter bij het natuurlijke eetgedrag van katten. Als een kat niet met het onbeperkte aanbod om kan gaan en te dik wordt, kan er beter wel een afgewogen hoeveelheid gegeven worden maar dan verspreid over vier porties.




tten kan tot agressie leiden. Een kat kan gefrustreerd raken als hij een bepaald doel voor ogen heeft en hij daarin belemmerd wordt. Of wanneer hij een bepaalde verwachting heeft die niet uitkomt. Als reactie hierop kan hij reageren met agressie richting degene die de frustratie veroorzaakt of op een ander die toevallig in de buurt is. Dit kan naar mensen zijn, maar ook naar andere dieren in huis. Als een kat bijvoorbeeld denkt naar buiten te mogen en je staat dat niet toe, dan kan hij naar je gaan blazen of uithalen. Het lijkt op redirectie-agressie, waarbij er ook sprake is van afreageren, maar bij redirectie-agressie is er echter al opgebouwde spanning over iets aanwezig. Denk bijvoorbeeld aan een kat die spanning opbouwt bij het zien van een andere kat in de tuin en die deze spanning afreageert op zijn huisgenoot die naast hem in de vensterbank zit (of springt). Bij frustratiegerelateerde agressie is de gemoedstoestand van de kat neutraal totdat hij gefrustreerd raakt.
