Pas op met label stress

Er zijn nogal wat misverstanden als het gaat om stress bij katten. Dat komt in veel gevallen door een verkeerd begrip van stress, maar er is ook onwetendheid over hoe je stress herkent. Dat betekent dat een kat die stress ervaart soms niet de juiste hulp krijgt. Maar ook dat een kat het label ‘gestrest’ kan krijgen terwijl hij geen stress heeft maar ziek is.

Vooral bij katten die zichzelf overmatig wassen of die onzindelijk zijn, wordt snel aangenomen dat stress de oorzaak is. Met als gevolg dat er geen of onvoldoende medisch onderzoek wordt gedaan. Bij onzindelijkheid kunnen bijvoorbeeld urinewegproblemen een rol spelen, maar wordt niet altijd de urine van de kat onderzocht of aanvullend onderzoek zoals een echo gedaan. Van kaal likken is bekend dat het in bijna 80 procent van de gevallen een fysieke oorzaak zoals jeuk, allergie of pijn heeft. Maar net als bij onzindelijkheid krijgt ook hier de kat vaak het label ‘stress’ en blijft behandeling uit.

Je kunt pas concluderen dat stress de boosdoener is nadat alle mogelijke fysieke oorzaken zijn uitgesloten en je ook daadwerkelijk in het gedrag van de kat ziet dat hij stress ervaart. Veel van de zogenaamde stresskatten die ik tijdens een huisbezoek zie, vertonen geen enkel teken van stress.

pas op met label stress

Stress kun je herleiden uit een complex van geobserveerde gedragingen en vergt een geoefend oog en kennis van lichaamstaal en gedrag van de kat. Essentieel is dat het gedrag van de kat wordt geobserveerd in zijn eigen vertrouwde omgeving. Bijna alle katten ervaren namelijk stress wanneer zij zich in een vreemde omgeving bevinden. Bij acute stress kunnen er fysiologische reacties zichtbaar zijn, zoals bijvoorbeeld een snelle ademhaling, gespannen spieren en verwijde pupillen. Ook kunnen er gedragsmatige reacties optreden die conflictgedragingen of stresssignalen worden genoemd. Dit zijn bijvoorbeeld het aflikken van neus en bekje, plotseling krabben of likken van het lichaam, uitschudden, gapen en het heffen van een voorpootje.

Langdurige activering van het stresssysteem, ofwel chronische stress, kan resulteren in vermindering van de eetlust, diarree of overgeven. Maar het kan ook leiden tot passiviteit en minder variatie in gedrag. Gestreste katten exploreren en spelen vaak minder, en kunnen hun belangstelling voor interactie verliezen. Continu stilzitten, naar elkaar kijken en langzaam bewegen in elkaars bijzijn, kunnen bij katten die in een groep leven ook indicatoren zijn van chronische stress. Opvallend is ook de neiging zich te verstoppen. Daarnaast is er vaak sprake van een verhoogde alertheid; gestreste katten zijn behoedzaam, waakzaam en schrikken snel. Vaak is er bij deze katten geen sprake van echte slaap maar van geveinsde slaap. Omdat ook de alertheid toeneemt kan zelfs een lichte aanraking al als bedreigend worden ervaren en resulteren in een agressieve reactie gericht naar de eigenaar of een andere kat.

Heb je een kat die bovenstaande gedragingen laat zien, dan is de kans groot dat hij stress ervaart en in dat geval is het belangrijk dat de bron van stress wordt weggenomen. Bedenk hierbij dat fysiek ongemak ook tot stress kan leiden, dus laat altijd eerst een medische oorzaak uitsluiten. Heb je een kat die zichzelf kaal likt of onzindelijk is, ga er dan niet meteen van uit dat het stress is, maar laat ook hier de dierenarts een fysieke oorzaak uitsluiten. Als de dierenarts vermoedt dat stress een oorzaak is, schakel dan een ervaren kattengedragstherapeut in. Die kan het gedrag van de kat in de eigen leefomgeving bekijken, en achterhalen of er sprake is van acute of chronische stress en wat mogelijke stressbronnen zijn.

Deze column verscheen eerder op Animals Today.

Loading